Substack: M’n koptelefoon ligt bij dierenwinkel Bert

Published on 22 April 2025 at 16:32

Mijn tweede verhaal kwam toch sneller dan gedacht, omdat ik plots inspiratie had om te schrijven over de hilarische én vermoeiende dingen die gebeuren in mijn neurodiverse en glutenvrije leven. 

 

Dit verhaal is verschenen op Substack

 

De titel is wat ik appte aan m’n vriendin Rosalie, aan het einde van goede vrijdagmiddag. Dat zit zo.

 

Sinds vorige week zaterdag lag mijn koptelefoon dus bij dierenwinkel Bert op de Albert Cuyp. Ik miste ‘m pas op dinsdagavond, maar sinds woensdag wist ik dat ik mijn wegen moest nagaan, na een grondige zoektocht thuis en een vriendelijk doch dwingend vragenvuur richting mijn zoon, die dit wel gewend is: “heb je ‘m gezien / heb je per ongeluk de mijne want je hebt toch dezelfde / kun je even goed kijken op jouw kamer / red dan toch mijn leven kind” enz. Zoon: “Brom, brom, neeheeee mam.”

 

Vervolgens afgedropen en bij nog wat mensen nagevraagd. “Toen je zaterdag bij me in de rij kwam staan bij de bakker, had ik toen m’n koptelefoon op?” vroeg ik aan Rosalie. Het antwoord was een overtuigende “ja”.

 

Oké, dus bij de bakker had ik ‘m nog. Ik besloot om een dm-etje aan de bakker te sturen. Al snel kreeg ik bericht dat ze de koptelefoon daar niet hadden gevonden. Ze zijn erg lief, Rosalie en ik zijn er al jaren vaste klant en ik doe zo ongeveer elk weekend ongevraagd en onbetaald hun user generated insta content. (Eigen schuld, moet je maar niet zulke lekkere dingen maken)

 

Behalve bij de bakker, waren we ook nog op de markt én bij dierenwinkel Bert geweest. Vanmiddag, het is inmiddels vrijdagmiddag, heb ik Bert gebeld om te vragen of hij m’n koptelefoon heeft gevonden. En dat had ie! “JA JE WAS AL WEG,” schreeuwde hij in m’n oor. Ik bedankte Bert uitvoerig, zei iets in de trant van “noujaaa dat gebeurt me nou nooit!” en “ik kom ‘m morgenochtend halen.” En laat dat nou geen straf zijn, want Bert zit tegenover de glutenvrije bakker.

 

En zo wil het dat m’n leven weer een uitstekende aanleiding heeft gegeven om voor de derde keer deze maand een halve meier uit te geven aan glutenvrij stokbrood, dito kaneelbroodjes en croissants. Want, tja. Niet naar de glutenvrije bakker gaan is geen optie als je toch in de buurt moet zijn. (Het is een t*ring eind fietsen dus ik kom er niet dagelijks)

 

Het glutenvrije leven kan verrukkulluk zijn, je gaat er weliswaar aan failliet, maar dat maakt al niet meer uit.

Ik bedoel ik heb deze keer m’n koptelefoon teruggevonden, maar zoiets is nooit gegarandeerd in een neurodivers leven. Between the three of us (mijn zoons en ik) hebben wij zeker 9 koptelefoons versleten in vier jaar tijd. We hebben ze nodig, want ja, neurodivers, maar we raken ze kwijt of ze gaan kapot, want ja, neurodivers.

 

En zo gaat het niet enkel met koptelefoons. Mijn leesbril kan er ook wat van.

Ik zoek ernaar terwijl die aan de kraag van m’n shirt hangt, nog in Twente ligt of in m’n fietskrat dat zich bevindt aan mijn fiets, die buiten in de stalling om de hoek staat. (Why tell me why).

 

Mijn punt is, dit alles is aan de orde van de dag in huize Co en als Co uithuizig is laat zij altijd wel wat achter op het logeeradres. “Heb je alles?” is net zo gewoon geworden als “hènig an deerntje” (Twents voor “rustig aan meisje”) of “goad goan” (houd je goed) bij het afscheid. Mijn standaard antwoord op de eerste vraag is inmiddels: “we gaan het zien” als niet al een ander familielid me voor is met “waarschijnlijk niet” (zwager) of “NEE” (broer) of “we zetten het wel op marktplaats.” (broer). Thuis aangekomen heeft Co vaak al een ongelezen appje met “je bent puntje puntje puntje vergeten” of “dank voor de heerlijke puntje puntje puntje, dat had nou niet gehoeven” of “je raadt het al, …”

 

Anyway. Ik verheug me nu al op die croissant. Of zal ik deze keer een boterkoekje nemen? Of allebei?

 

Bankrekening says no.

Add comment

Comments

There are no comments yet.